Door onze pedagogiekredactie| Samantha van Duuren, pedagoog Linkedin_logo_30x

12 tips voor zindelijkheidstraining

Vooral bij je eerste kindje voel je waarschijnlijk al heel wat vragen opkomen als het gaat om zindelijkheid. Wanneer begin je eraan? Wat kun je beter wel en niet doen? Ook voor je kindje is dit een compleet nieuwe ervaring. Het ene kind is super enthousiast en nieuwsgierig en het andere kind vindt het super spannend en soms ook eng. Het belangrijkste is daarom om in je achterhoofd te houden dat jij je kind het beste kent en je daar je beslissingen op maakt. Om je op weg te helpen volgen hier enkele tips:

1.      Leeftijd

In principe kun je met zindelijkheidstraining beginnen vanaf 18 maanden. Let hierbij of je kindje er al aan toe is. Reageert je kindje nieuwsgierig op jouw toiletritueel? Wil je kindje zijn/haar handen al wassen? Dit zijn bijvoorbeeld tekenen dat je kindje geïnteresseerd is. Merk je dat je kindje gespannen is of met zijn/haar hoofd ‘nee’ schudt als je vraagt of hij/zij op het potje wil zitten. Wacht dan liever nog even. Belangrijk is dat je je kind niet gaat pushen, want dat werkt averechts.

2.      Lees een boekje voor

Je kunt je kindje nieuwsgierig maken door eerst een boekje over zindelijkheid voor te lezen. Er zijn heel veel verschillende leuke boekjes over dit onderwerp verkrijgbaar. Zo kun je er met je kindje over praten bijvoorbeeld en door het kijken naar de plaatjes, weet je kindje ook beter wat hem of haar te wachten staat.

3.      Neem de tijd

Kies een rustig moment uit om de zindelijkheid te trainen. Voor veel peuters is het best spannend en door een rustig moment te kiezen zal je kind ook meer gaan ontspannen. Ook is het belangrijk dat er geen andere grote veranderingen plaats vinden zoals: een verhuizing, een mama die op het punt staat om te bevallen enzovoorts. Dan vinden er te veel nieuwe gebeurtenissen tegelijk plaats voor je kindje en dan zul je ook merken dat de zindelijkheidstraining geen nut heeft.

4.      Bouw het rustig op

Laat je kindje bijvoorbeeld eerst op het potje plassen en later pas op het toilet. Je kunt ook eerst een zit verkleiner op het toilet doen, zodat je kindje makkelijker op het toilet kan zitten. Ook een krukje bij het toilet helpt om de zelfredzaamheid te stimuleren. Je zult merken dat je kindje het liefst alles zelf doet en op deze manier help je hem of haar daarbij.

5.      Maak het gezellig

Hoe gezelliger de training is hoe meer je kindje enthousiast zal worden. Neem zelf een ontspannen houding aan en geef het goede voorbeeld. Je kunt het potje ook in de badkamer zetten en dan samen naar het toilet gaan. Je kunt ook voorlezen aan je kindje terwijl hij/zij op het potje zit. Zing bijvoorbeeld ook eens een liedje tijdens het handen wassen:

‘Handjes wassen, handjes wassen, heel mooi schoon, heel mooi schoon,

Samen handjes wassen, samen handjes wassen, heel mooi schoon, heel mooi schoon’.

6.      Wees niet te streng

Het gaat op en af. Je kindje is niet zomaar zindelijk. Bij de een gaat het ook sneller als bij een ander. Probeer niet te vergelijken met andere kinderen. Ook als je kind een terugval heeft is dit niet erg. Het komt namelijk erg vaak voor. Maak er geen wedstrijd van om je kindje zo snel mogelijk zindelijk te maken, maar laat je kindje het in eigen tempo doen.

7.      Beloningen

Je kunt je kindje belonen door bijvoorbeeld een stickerkaart te maken, iedere keer als hij/zij geplast of gepoept heeft op het potje/toilet dan mag je kindje een sticker op de kaart plakken. Je zult merken dat positief belonen goed werkt bij de zindelijkheidstraining. En als het kindje helemaal zonder luier oefent en de hele dag droog blijft dat hij/zij dan een klein cadeautje mag uitzoeken.

8.      Zelf laten ervaren

Het is heel goed om kinderen zelf te laten ervaren hoe het is als je een natte broek krijgt. Nu snappen we dat als je kindje net begonnen is, dat je niet wilt dat je autostoelen of bank wordt onder geplast. Je kunt eerst beginnen door eerst een onderbroek aan te doen en daarover heen de luier. In de zomer kun je bijvoorbeeld je kindje in de tuin laten spelen zonder luier, op deze manier is het niet erg als je kindje een ongelukje krijgt.

9.      Blijf consequent

Leg steeds goed uit aan je kindje wat de bedoeling is en wat de regels zijn. Als je hebt afgesproken om op het potje of naar het toilet te gaan voor het slapen, houd je hier dan ook aan vast. Door consequent te blijven weet je kindje ook waar hij/zij aan toe is. Als je hebt afgesproken dat je kindje alleen een sticker krijgt als hij/zij geplast of gepoept heeft, houd je hier dan ook aan.

10. Makkelijke kleding

Zorg ervoor dat je kindje geen riemen of strakke/spijkerbroeken aan heeft tijdens de zindelijkheidstraining. Vooral niet als je kindje er net aan begint. Zorg voor losse joggingbroeken die makkelijk aan en uit te trekken zijn. Ook zul je merken dat als je kindje veel zelf wil doen, dat een romper niet fijn is. Kies dan voor een hemd en onderbroek. Op deze manier versterk je de zelfredzaamheid van je kindje en krijgt hij/zij meer zelfvertrouwen om het zelf te doen.

11. Vaker inplannen

Als er een spannende dag op de planning staat of een uitje dan kun je beter vaker een toilet bezoekje inplannen. Ook kun je er dan soms even voor kiezen (vooral in het begin) om op zo’n dag toch even een luier aan te doen. Soms is het teveel gevraagd voor een kindje. Dit kun je het beste zelf even inschatten. Neem ook extra kleding mee op dit soort dagen.

12. Luierbroekje

Luierbroekjes zijn erg handig om aan te trekken tijdens de zindelijkheidstraining. Deze kan je kindje ook beter zelf aan en uit trekken. Let wel op dat als je kindje veel ontlasting heeft of een diarree de kans op doorlekken groter is bij een luierbroekje dan bij een gewone luier. Dit komt omdat je een gewone luier precies aan kunt sluiten aan de omvang van je kindje.

Lees ook onze tips over deze aanverwante onderwerpen:

Begeleidende video

Succes!